Donald Trump heeft aangekondigd dat hij een importtarief van 25% wil invoeren op goederen uit de Europese Unie, inclusief auto's en andere producten. Wij schatten dat deze tarieven het bruto binnenlands product (bbp) van de eurozone en de VS respectievelijk met 1,3% en 0,5% zullen doen dalen.
Woensdagavond gaf Trump meer details over zijn tariefplannen voor Canada, Mexico en de EU. Op de vraag of de fentanyl- en immigratiegerelateerde importheffingen voor Canada en Mexico per 2 april van kracht zouden worden, bevestigde hij dit, hoewel minister van Handel Lutnick aangaf dat sommige maatregelen nog steeds per 4 maart ingaan. Hoewel Trump eerder had gedreigd met EU-importheffingen, gaf hij nu aan dat deze eveneens 25% zouden bedragen. Functionarissen van het Witte Huis nuanceerden deze uitspraken door te stellen dat nog geen definitieve beslissing is genomen en dat verschillende opties, zoals specifieke sectorale tarieven, worden overwogen.
Economische impact op de VS: groeivertraging en hogere inflatie
Voor de Amerikaanse economie zou de impact van de tarieven op Canada en Mexico relatief groter zijn dan die op de EU, gezien de sterke integratie van de Noord-Amerikaanse toeleveringsketens. Wij schatten de groeivertraging door tarieven op Canada en Mexico op 0,9%, door EU-tarieven op 0,5% en door gezamenlijke tarieven op 1,7%. De PCE-kerninflatie zou in deze scenario's respectievelijk stijgen met 0,7%, 0,4% en 1,3%.
Impact op de eurozone: dreiging van recessie
Indien een universeel tarief van 25% wordt ingevoerd, verwachten wij dat het bbp van de eurozone over twee jaar met 1,3% zal dalen. De export naar de VS vertegenwoordigt circa 3% van het bbp van de eurozone, en een aanzienlijke daling hiervan zou de economische groei afremmen. Een eerdere schatting van de Europese Commissie wees uit dat een universeel tarief van 10% op alle Amerikaanse import de export met een derde zou kunnen doen afnemen. Hierdoor zou de eurozone mogelijk in een milde recessie belanden, wat een verslechtering betekent ten opzichte van ons huidige basisscenario van groeivertraging later dit jaar. De impact zou echter minder ernstig zijn dan in een scenario waarin de VS wereldwijde tarieven invoert, zoals beschreven in onze Global Outlook.
Nederland: sterkere impact dan gemiddeld in de eurozone
De Nederlandse economie zou naar verwachting 30% zwaarder worden getroffen dan het eurozone-gemiddelde bij een tarief van 25%. De Nederlandse goederenexport naar de VS bedraagt ongeveer 4,8% van het bbp. Vanwege de open economie en de integratie in internationale toeleveringsketens zou de Nederlandse export een grotere schok ervaren. Wij schatten dat de groeivertraging hierdoor kan oplopen tot -1,8 procentpunt over twee jaar.
In een scenario waarin alleen Canada en Mexico worden getroffen door tarieven, zou Nederland juist een lichte groei-impuls van 0,3 procentpunt kunnen krijgen, doordat Amerikaanse bedrijven hun handel naar de eurozone zouden omleiden. Indien echter Canada, Mexico en de EU allen getroffen worden, zou de impact op de Nederlandse economie afnemen tot -1,6 procentpunt, omdat de relatieve concurrentiepositie minder zou verslechteren.
Mogelijke sectorale uitzonderingen
Binnen de Nederlandse economie zouden sommige sectoren mogelijk worden vrijgesteld van tarieven. Dit zou bijvoorbeeld kunnen gelden voor de halfgeleiderindustrie, gezien de cruciale rol van Nederlandse bedrijven zoals ASML in de wereldwijde chipproductie. Indien bepaalde sectoren vrijgesteld worden, zou de effectieve tariefimpact mogelijk met circa 2 procentpunt worden verminderd. Tijdens de vorige regering-Trump werden uitzonderingen toegestaan, zoals voor Tata Steel, vanwege de unieke producten die niet in de VS worden vervaardigd. Dergelijke uitzonderingen zouden opnieuw kunnen bijdragen aan het verzachten van de impact op de Nederlandse economie.
Conclusie
Indien de aangekondigde importheffingen daadwerkelijk worden ingevoerd, zullen zowel de VS als de eurozone aanzienlijke economische gevolgen ondervinden. Nederland zou relatief zwaarder worden getroffen dan het eurozone-gemiddelde, hoewel sectorale vrijstellingen enige verlichting zouden kunnen bieden. De onzekerheid over de exacte vorm en timing van de maatregelen blijft echter groot, waardoor verdere analyse noodzakelijk blijft.
Door Aggie van Huisseling (Econoom Nederland), Bill Diviney (Hoofd Macro Research / senior econoom eurozone) en Rogier Quaedvlieg (Senior Econoom Verenigde Staten), ABN AMRO