Na jaren van druk op de winkelvloer maakt de woonbranche een duidelijke omslag: de focus verschuift van pure verkoop naar beleving, advies en service. De coronaperiode en de digitalisering hebben het consumentengedrag blijvend veranderd, maar één ding blijft overeind: de fysieke winkel is onmisbaar. Waar woonwinkels vroeger draaiden om producten en vierkante meters, draait het vandaag om ervaring en merkidentiteit.
Woonwinkels veranderen in inspirerende ervaringslocaties. Uit cijfers van INretail en CBRE blijkt dat het aantal individuele winkels langzaam afneemt, terwijl de gemiddelde winkeloppervlakte juist groeit. "De consument wil niet meer rondlopen in een magazijn, maar in een wereld waarin hij zijn toekomstige interieur kan beleven," aldus een woordvoerder van INretail.
De Zweedse meubelgigant Ikea introduceert een nieuw winkelconcept, gericht op kleinere steden: de zogenaamde 'Lada', Zweeds voor 'schuur'.
Dat is terug te zien bij grote ketens als IKEA, dat inzet op compacte stadsformats en showrooms, en bij Hornbach en Intergamma, die investeren in inspiratiezones en demonstraties. Ook zelfstandige ondernemers en specialisten volgen die trend: keukenzaken openen digitale ontwerpstudio's, badkamerspeciaalzaken combineren geur, licht en wellness, en meubelwinkels organiseren stylingworkshops. De fysieke winkel blijft het hart van het merk, maar krijgt een nieuwe rol.
Hybride formules winnen terrein
De moderne woonwinkel is hybride: een fysieke ervaring ondersteund door digitale technologie. Volgens de Rabobank verschuift de rol van de winkel naar de "laatste beslissingsfase" van de customer journey. Consumenten oriënteren zich online, maar nemen hun aankoopbeslissing vaak pas in de showroom; waar persoonlijk advies en vertrouwen doorslaggevend zijn.
Retailers spelen daarop in met compacte stadswinkels, tijdelijke pop-ups en conceptstores waarin meerdere woonsegmenten samenkomen. Deze formules sluiten aan bij stijgende vastgoedkosten: minder vierkante meters, maar een hoger rendement per meter. CBRE spreekt in dit verband over de "belevingsratio": succes wordt niet langer bepaald door het aantal producten, maar door de tijd en betrokkenheid van de consument in de winkel.
Digitalisering als versterker van beleving
Hoewel het online aandeel in de woonbranche naar verwachting stijgt naar 16 procent van de totale omzet in 2025 (bron: ABN AMRO), blijkt uit onderzoek van Qudata dat driekwart van alle aankopen nog altijd in de fysieke winkel wordt afgerond.
De sterkste retailers combineren data, online configuratoren en persoonlijk advies. Hornbach's projectadvies, IKEA's AR-tool voor woonkamerontwerp en Kvik's 3D-keukenplanner laten zien hoe digitale technologie de winkelervaring verdiept in plaats van vervangt.
Vooruitblik: minder winkels, meer betekenis
De komende jaren zal de woonbranche verder consolideren. Woonboulevards blijven belangrijke bestemmingen, maar binnensteden krijgen juist kleinere, hooggepositioneerde showrooms terug. Volgens CBRE verschuiven investeringen naar premiumlocaties met een mix van retail, horeca en service; plekken waar consumenten niet alleen kopen, maar beleven.
De uitdaging voor retailers ligt in herdefiniëring: de winkel als merkpodium. Wie zijn klant écht kent, advies personaliseert en online en offline kanalen naadloos laat samenwerken, zal ook in 2026 en daarna relevant blijven.
Bron: Qumedia