Het college van burgemeester en wethouders van Coevorden had een dwangsom opgelegd aan een inwoner van Aalden om de stankoverlast van zijn houtkachel te beëindigen. De man was hiertegen in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Die oordeelt vandaag dat het college een nieuw besluit moet nemen op het handhavingsverzoek van de buren.
Houtkachel De Dik Geurts Vidar Triple Store. FOTO TER ILLUSTRATIE
Het college had de man een dwangsom opgelegd zodat de man bij bepaalde weersomstandigheden niet zou stoken. De rechtbank Noord-Nederland oordeelde in zijn uitspraak van maart 2022 dat de gemeente de dwangsom terecht heeft opgelegd, omdat de man de regels van het Bouwbesluit overtreden zou hebben. Naar het oordeel van de rechtbank hebben de buren met foto's en filmpjes en het rapport van opsporingsambtenaren “aannemelijk gemaakt” dat de man door het gebruik van de houtkachel op hinderlijke wijze rook, roet of walm heeft verspreid. De man vindt dat hij de regels niet heeft overtreden en dat de gemeente hem geen dwangsom had mogen opleggen. Hij ging daarom in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak.
De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt vandaag dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd dat er sprake is van een overtreding van het Bouwbesluit. Hoewel bij controles is geconstateerd dat er is gestookt in strijd met de zogenoemde stookwijzer, heeft het college daaruit niet kunnen concluderen dat sprake is van overmatige hinder en dus een overtreding van het Bouwbesluit. "Aan de informatie van de buren kon het college niet de betekenis toekennen die het daaraan heeft toegekend, omdat die informatie niet is bevestigd met objectieve waarnemingen van de toezichthouder," aldus de Afdeling bestuursrechtspraak.
Omdat er geen sprake was van overtreding van het Bouwbesluit, had het college geen bevoegdheid om te handhaven. Het college moet daarom een nieuw besluit nemen op het handhavingsverzoek van de buren.
Lees hier de uitspraak.