Wat zijn de conclusies van 2018: de keukenindustrie is de enige sector met een positieve buitenlandse handelsbalans en gestoffeerde meubelen worden steeds goedkoper. Over het algemeen is de ontwikkeling in woninginrichting goed, maar er zijn tekenen van structurele verandering. Een verandering is bijvoorbeeld dat de woonkamer anders ingericht wordt: boekenplanken - en kasten zijn niet meer nodig omdat men digitaal leest, en televisies worden rechtstreeks aan de muur gehangen.
De keukenbranche was de enige die in 2018 een groei doormaakte. Met een groei van 18,1 procent vergeleken met een stijging van 5,5 procent in 2017 waren de orders in de eerste vier maanden van 2018 extreem positief. Dit is grotendeels te wijten aan het faillissement van de Alno Group, waarbij de niet-ingevulde orders meteen werden opgepikt door andere bedrijven. In de eerste paar maanden van 2018 was de toename van bestellingen binnen en buiten Duitsland vrijwel gelijk. De export is gegroeid, terwijl de invoer minimaal bleef.
Een ander belangrijk punt is dat de meubelindustrie lijdt aan een verouderende beroepsbevolking. Slechts 35,2 procent van de werknemers in de sector is jonger dan 40 jaar. De vergrijzende beroepsbevolking is vooral merkbaar in de sector gestoffeerde meubelen, waar 78,8 procent van het personeel 40 jaar of ouder is.
De situatie is anders voor fabrikanten van badkamer- en keukenmeubilair, die erin geslaagd zijn de gemiddelde leeftijd in de afgelopen jaren aanzienlijk omlaag te brengen: slechts 56 procent van de werknemers is ouder dan 40 jaar, een lager aandeel dan in de gehele Duitse commerciƫle sector. De keukensector blijkt dus ook op het gebied van personeel innovatief te zijn en dient wederom als voorbeeld voor de hele Duitse meubelindustrie.
Bron: www.ambista.com