Het Hof van Justitie van de Europese Unie (CURIA) heeft verduidelijkt dat voor werken van toegepaste kunst dezelfde originaliteitsvereisten gelden als voor andere creatieve werken. De uitspraak, in de gevoegde zaken Mio (C-580/23) en USM Haller (C-795/23), bevestigt dat er "geen strengere eisen" gelden voor auteursrechtelijke bescherming van toegepaste kunst.
© Nuttapong Punna | Dreamstime
Het Hof benadrukte dat de mogelijkheid van een gelijkaardige creatie op zich niet rechtvaardigt dat bescherming wordt geweigerd. Om inbreuk vast te stellen, moet worden bepaald of de creatieve elementen van het beschermde werk op herkenbare wijze zijn gereproduceerd. Factoren zoals de algemene visuele indruk van de twee werken of de mate van originaliteit van het originele werk zijn irrelevant bij deze beoordeling.
De beslissing zal naar verwachting een aanzienlijke invloed hebben op de handhaving van het auteursrecht voor industriële en toegepaste kunstontwerpen, door ervoor te zorgen dat deze een consistente bescherming krijgen naast traditionele artistieke werken. Een meer gedetailleerde analyse van de uitspraak wordt volgende week gepubliceerd op de Class99 blog van Marques.
Bron: LinkedIn.