De Nederlandse economie groeit ook de komende twee jaar, maar de werkloosheid loopt tegelijkertijd licht op. Dat blijkt uit de nieuwste prognoses van RaboResearch.
Voor 2025 wordt een groei van het bruto binnenlands product (bbp) van 1,7% verwacht. In 2026 en 2027 volgt een groei van 1,3% per jaar, vooral gedreven door hogere uitgaven van huishoudens en extra overheidsbestedingen voor vergrijzing en defensie. De inflatie daalt naar verwachting van 3,0% in 2025 naar 2,0% in 2027.
Tegelijkertijd stijgt de werkloosheid van gemiddeld 3,9% dit jaar naar 4,1% in 2026 en 4,3% in 2027. De lichte stijging komt doordat de groei van de werkgelegenheid achterblijft bij de toename van het aantal mensen in de beroepsbevolking.
© Arlawka Aungtun | Dreamstime.com | Dreamstime
De consumptie van huishoudens blijft een belangrijke motor voor groei. De bestedingen stijgen in 2026 en 2027 naar verwachting met 1,8% en 1,9%, mede dankzij een toename van de koopkracht. Ook de bedrijfsinvesteringen laten herstel zien na enkele jaren van terugval, terwijl de woninginvesteringen juist grotendeels stagneren door teruglopende nieuwbouw en een afnemend aantal woningverkopen.
Overheidsuitgaven blijven stevig toenemen, met een groei van 1,7% in 2026 en 1,5% in 2027 voor ambtenarensalarissen, zorg en onderwijs, terwijl de defensie-uitgaven respectievelijk met 3,0% en 4,5% groeien. Deze bestedingen dragen substantieel bij aan de totale economische groei.
Op internationaal niveau blijft de handel een rem op de economie. De import groeit sneller dan de export, mede door hogere Amerikaanse invoerheffingen, een sterkere euro en stijgende loonkosten. Dit verkleint het handelsoverschot licht, van bijna 10% van het bbp naar ongeveer 9% in 2027.
De economische ontwikkelingen hebben ook invloed op de brede welvaart van Nederlanders. Positieve bijdragen komen vooral van stijgend reëel inkomen, een hoger opleidingsniveau en een langere levensverwachting. De oplopende werkloosheid werkt echter licht negatief door op het welzijn en de financiële zekerheid van huishoudens.
Kortom: de economie groeit door, huishoudens profiteren van hogere koopkracht, maar de arbeidsmarkt verliest langzaam terrein, waardoor zowel de werkgelegenheid als de brede welvaart onder druk komen te staan.
Bron: RaboResearch