De Rechtbank Gelderland heeft bepaald dat een meubelmaker aansprakelijk is voor de letselschade van een klant, nadat een op maat gemaakte kast tijdens het omhoog takelen in een portiekwoning op haar voet terechtkwam. De uitspraak, gedaan op 25 november 2025 door de rechtbank in Arnhem, kan gevolgen hebben voor maatwerkspecialisten en interieurbouwers die meubels afleveren én plaatsen in moeilijk bereikbare woningen.
De vrouw die de zaak aanspande, bestelde begin 2023 een maatwerkkast bij de meubelmaker, inclusief levering en plaatsing op de eerste verdieping van haar portiekwoning. Toen de kast op 1 april 2023 werd afgeleverd, bleek al snel dat het meubel niet via het trappenhuis naar boven kon. In overleg werd besloten het verhuisluik in de gevel te gebruiken. Twee bouwvakkers uit de buurt hielpen mee bij het naar boven trekken van de kast met een spanband, bevestigd door de meubelmaker zelf.
Terwijl boven drie personen aan de kast trokken, duwden en begeleidden beneden de meubelmaker, zijn echtgenote en de bewoonster het meubelstuk. Daar ging het mis: de kast viel en kwam op de voet van de vrouw terecht. Zij liep letsel op en stelde de meubelmaker enkele dagen later aansprakelijk, maar die wees elke verantwoordelijkheid af.
In een voorlopig getuigenverhoor begin 2025 legden alle betrokkenen een verklaring af. In het daaropvolgende deelgeschil verzocht de vrouw om een verklaring voor recht dat de meubelmaker aansprakelijk is voor haar materiële en immateriële schade.
Volgens haar handelde de meubelmaker onzorgvuldig: de kast zou niet goed zijn gezekerd, er werden onvoldoende hulpmiddelen gebruikt en er werden geen waarschuwingen gegeven over de risico's van deze geïmproviseerde hijsmethode. Daarmee was volgens haar sprake van zowel contractuele tekortkoming als onrechtmatig handelen.
De meubelmaker verscheen niet in de deelgeschilprocedure en voerde geen verweer. Daardoor werden de feiten van de vrouw als onweersproken aangenomen. De rechtbank oordeelde dat de door haar aangedragen gronden voldoende zijn en verklaarde bij verstek dat de meubelmaker aansprakelijk is voor alle schade die uit het ongeval voortvloeit.
De hoogte van de daadwerkelijke letselschadevergoeding wordt in een later stadium bepaald, maar de rechtbank kende wél de kosten van het deelgeschil toe. Na correctie van de urenspecificatie kwamen de redelijke advocaatkosten uit op € 5.017,87, inclusief btw. Daarnaast moet de meubelmaker het betaalde griffierecht van € 90 vergoeden.
In totaal is hij dus veroordeeld tot betaling van € 5.107,87. Met deze uitspraak op zak kan de vrouw nu verder onderhandelen over de uiteindelijke schadevergoeding.
Bron: Letselschade.nu