Verlichting is essentieel voor zowel sfeer als gebruiksgemak in huis. Interieurexpert Femke Pastijn adviseert om niet zomaar lampen aan te schaffen, maar eerst een lichtplan op te stellen. Ze onderscheidt drie typen verlichting: basis-, sfeer- en praktische verlichting.
© Expo Trading Holland
Basisverlichting zorgt voor een goed verlichte ruimte en creëert direct gezelligheid. Denk aan plafondlampen, spotjes of een lamp boven de eettafel. Sfeerverlichting brengt extra warmte en intimiteit, bijvoorbeeld door kleinere lampen in donkere hoeken te plaatsen. Een mix van lichtsoorten maakt een kamer ruimtelijker en gezelliger. Praktische verlichting ondersteunt specifieke activiteiten, zoals lezen op de bank of werken aan de keukentafel, met helderder licht waar dat nodig is.
Bij de keuze van lampen zijn kelvin (kleurtemperatuur) en lumen (lichtsterkte) belangrijk. Warm licht (2200–2700K) past goed bij een woonkamer met warme tinten, terwijl witter licht (3000–4000K) ideaal is voor leeslampen. Voor een intiem kaarslicht-effect kan 2000K worden gekozen; voor helder daglicht tot 6500K, zoals in werkruimtes of showrooms. Lumen geeft aan hoe fel een lamp is. Een plafondlamp in de woonkamer doet het goed met 400–800 lumen, sfeerlampjes in hoekjes met circa 200 lumen.
© Lucide
Pastijn benadrukt dat de functie van de ruimte bepalend is voor de lichtkeuze. In de badkamer kan bijvoorbeeld zowel fel, koel licht in de ochtend als warmer, zachter licht in de avond gewenst zijn. Dimbare lampen bieden flexibiliteit en maken het eenvoudiger een gebalanceerd lichtplan te realiseren, afgestemd op het moment van de dag en persoonlijke voorkeur.
Bron: AD