Nederland kent al langere tijd een hogere inflatie dan het gemiddelde in het eurogebied. In oktober 2025 lag de inflatie hier 0,9 procentpunt boven het Europese gemiddelde. De verschillen hangen samen met zowel structurele kenmerken van de Nederlandse economie als specifieke prijsontwikkelingen.
© Rawpixelimages | Dreamstime
De Europese Centrale Bank (ECB) streeft naar prijsstabiliteit, met een inflatiedoel van 2% op middellange termijn. Tijdens de vergadering van eind oktober besloot de ECB de rente ongewijzigd te laten, omdat de inflatie in het eurogebied rond dit niveau blijft. Tegelijkertijd blijft de onzekerheid over toekomstige inflatie groot, onder andere door geopolitieke spanningen, wisselkoersschommelingen en mondiale handelsontwikkelingen.
© DNB
Het hogere Nederlandse inflatieniveau wordt deels veroorzaakt door voedsel, diensten en goederen. De voedselinflatie nam in 2024 en begin 2025 toe door accijnsverhogingen, maar het verschil met het eurogebied is sinds juni afgenomen. De diensteninflatie blijft hoog door de krapte op de arbeidsmarkt: werkloosheid in Nederland is 3,9% tegenover 6,3% in het eurogebied, wat de lonen en daarmee prijzen drukt. Ook de prijzen van goederen, zoals kleding en woonartikelen, stijgen harder, mede door hogere bestedingen en woningprijzen.
Daarnaast draagt energie bij aan het inflatieverschil. Nederlandse huishoudens gebruiken relatief meer gas en hebben vaak vaste contracten, waardoor prijsdalingen op de wereldmarkt minder snel doorwerken.
Om het inflatieverschil te beperken, is het nodig knelpunten in de productie en arbeidsmarkt aan te pakken, investeringen in technologie en vaardigheden te stimuleren en gezonde overheidsfinanciën te handhaven. Hierdoor kan de druk op prijzen op termijn afnemen.
Meer informatie:
DNB
www.dnb.nl
