De recente sluitingen van chemiefabrieken in Nederland, waaronder drie vestigingen van Fibrant in Limburg, benadrukken de toenemende druk op de sector. Eerder stelden BP en Shell de bouw van nieuwe fabrieken uit, terwijl bedrijven als Indorama, Vynova en Tronox al Nederlandse productielocaties hebben gesloten.
© J P | Dreamstime
Volgens Manon Bloemer, directeur van de VNCI, de brancheorganisatie voor de chemische industrie, spelen hoge energieprijzen en goedkope concurrentie uit China een cruciale rol. "Chinese producenten kunnen producten aanbieden tegen prijzen die lager zijn dan de kostprijs in Europa. Veel bedrijven zien daarom onvoldoende perspectief voor investeringen in onderhoud of uitbreiding en sluiten uiteindelijk hun deuren", aldus Manon.
Bij Chemelot in Limburg, waar de sluitingen plaatsvonden, is de impact voelbaar. Bedrijven op het industriepark zijn nauw met elkaar verbonden: zij delen infrastructuur en nemen producten van elkaar af. Het wegvallen van een speler kan ook gevolgen hebben voor andere bedrijven in de regio. Danielle Willems van Chemelot benadrukt dat gelijkwaardige randvoorwaarden nodig zijn om klimaatneutraal produceren haalbaar te maken.
Ook in het Rotterdamse havengebied, waar chemieclusters intensief samenwerken, zijn de gevolgen merkbaar. Havenbeheerder Port of Rotterdam waarschuwt dat sluitingen en uitgestelde verduurzamingsplannen de afhankelijkheid van buitenlandse leveranciers vergroten, onder meer voor duurzame vliegtuigbrandstof.
Manon benadrukt dat chemische basisproducten onmisbaar zijn voor alledaagse goederen, van verf tot medicijnen. "Europa reguleert streng, maar concurrenten in Azië volgen deze standaarden niet, waardoor Nederlandse bedrijven onder druk komen te staan. We maken het onszelf niet makkelijk", waarschuwt zij.
Bron: NU.nl