Het inrichten van een woonkamer draait niet alleen om meubels, maar vooral om hoe ze worden geplaatst. Volgens interieurontwerpers bepaalt de opstelling van zitmeubilair hoe een ruimte wordt gebruikt. Een slecht doordachte indeling kan een kamer leeg, rommelig of ongezellig doen aanvoelen.
© AI
Denver-based designer Nadia Watts benadrukt dat een zithoek uitnodigend moet zijn voor interactie. "Stoelen en banken kunnen het beste licht naar elkaar toe worden georiënteerd, bijvoorbeeld in een cirkel of U-vorm. Dat bevordert gesprekken en maakt de ruimte warmer."
Volgens Jamie Gernert van WYC Designs is een twee-op-één-verhouding ideaal: één bank gecombineerd met twee stoelen creëert symmetrie met voldoende variatie. Ook Washington D.C.-ontwerpster Zoë Feldman noemt dit de 'gulden middenweg', omdat het zowel visueel als sociaal in balans is. Gernert adviseert bovendien om zitplaatsen in oneven groepen te rangschikken, drie, vijf of zeven, wat een natuurlijke focus in de ruimte creëert.
Praktische afstanden zijn belangrijk. Watts raadt aan om zitmeubilair binnen acht tot tien voet van elkaar te plaatsen en de bank of stoel ongeveer 45 centimeter van de salontafel te houden. Voor kleinere ruimtes helpt de 60/40-regel: zestig procent van de oppervlakte voor hoofdmeubilair, veertig procent voor looproutes en accessoires.
Tot slot speelt schaal een cruciale rol. Te grote banken in kleine kamers of te kleine stoelen in grote ruimtes verstoren de balans. Liefst wordt de bank twee derde van de wandlengte gebruikt, terwijl compacte meubels zoals loveseat, armless chairs of een daybed helpen een luchtige en functionele ruimte te creëren.
Bron: Goodhousekeeping