2025 is niet het jaar van de consument. De Nederlandse consument blijft nog even terughoudend, ondanks dat de onzekerheid over de eigen financiële situatie voor de derde maand op rij daalt en de inflatieverwachtingen iets minder hoog zijn. De consumptie zal in de tweede helft van 2025 wel licht aantrekken, verwacht ING Research. Pas in 2026 zal de consument weer een substantiëlere bijdrage aan de economische groei gaan leveren.
© Arne9001 | Dreamstime.com | Dreamstime
De Nederlandse consument heeft zich in de eerste helft van dit jaar bijzonder terughoudend opgesteld. Per saldo kwam de consumptie nauwelijks van zijn plaats. Een belangrijke reden voor de terughoudendheid onder consumenten is het gebrek aan vertrouwen, dat vooral in het tweede kwartaal flink terugviel. Ondanks dat consumenten wel weer wat meer te besteden kregen, kochten ze niet meer. Om een idee te krijgen of consumenten binnenkort hun voorzichtigheid weer wat zullen laten varen, zoomen we hier in op twee belangrijke factoren die de recente terughoudendheid onder consumenten helpen verklaren: de onzekerheid en de inflatieverwachtingen onder consumenten.
De rol van inflatie en inflatieverwachtingen
Kijkend naar een terughoudende consument in 2025 dan kan de rol van inflatie natuurlijk niet onbesproken blijven. Verschillende studies, zoals OECD-studie en ook dit paper van de Europese commissie laten zien dat hoge inflatie een belangrijke rol speelt als we het lage vertrouwen onder consumenten proberen te verklaren. Iets waar ING-econoom Marcel Klok hier eerder ook al op wees. Niet alleen het niveau van de totale inflatie is daarbij van belang. Het doet er ook toe welke producten of diensten in prijs stijgen. De OECD wijst er dan ook op dat de inflatieperceptie van huishoudens voor een belangrijk deel beïnvloed worden door producten die ze vaak kopen zoals boodschappen en energie.
Naast de (hoge) prijsniveaus spelen ook de verwachtingen van prijsstijgingen een rol. Zo wijst een DNB-studie naar inflatieverwachtingen erop dat uit de economische literatuur naar voren komt dat hogere inflatieverwachtingen onder consumenten en negatief sentiment veelal samengaan. Nog concreter zijn de uitkomsten van dit paper van de EC. Daaruit blijkt dat inflatie – en in het bijzonder de inflatieverwachtingen van consumenten – belangrijke verklarende factoren zijn voor het lage vertrouwen onder consumenten. Hoge inflatieverwachtingen kunnen ervoor zorgen dat consumenten zich zorgen maken over de koopkracht van hun inkomen in de toekomst en daarom uit voorzorg wat meer opzij zetten. Ook bij de vorming van inflatieverwachtingen geldt dat de consument sterk beïnvloedt wordt door frequent gekochte producten, met name voeding speelt een belangrijke rol zoals blijkt uit deze studie van Anesti et al.
De rol van onzekerheid
Meer onzekerheid zorgt er normaalgesproken voor dat zowel consumenten als bedrijven voorzichtiger worden. Bedrijven zijn minder geneigd om te investeren. Maar ook consumenten reageren op onzekerheid. Extra onzekerheid zal ervoor zorgen dat consumenten vaak wat meer geld opzij willen zetten en minder makkelijk aankopen doen.
Onzekerheid onder consumenten doet er dus economisch toe. Ter illustratie: onlangs bracht de Europese commissie (EC) in kaart hoe verschillende factoren de kijk van Europese consumenten (selectie zonder Nederland) op de economische situatie – een belangrijk onderdeel van het consumentenvertrouwen – beïnvloedt. Daaruit kwam onder meer naar voren dat wereldwijde ontwikkelingen, zoals internationale conflicten, veranderingen in buitenlandse regeringen en handelsbeleid per saldo een negatieve invloed hebben. Extra onzekerheid onder consumenten is logischerwijs een belangrijk kanaal waarlangs de invloed van allerlei wereldwijde ontwikkelingen hun beeld van de economie beïnvloedt en uiteindelijk ook hun vertrouwen en koopbereidheid raakt.
Lastig aan de factor onzekerheid is alleen wel dat het relatief moeilijk te meten is. Economen proberen de onzekerheid in kaart te brengen door bijvoorbeeld te kijken naar indicatoren op basis van historische voorspelfouten van economische variabelen, de variatie in de economische verwachtingen van verschillende ramingsinstituten, of indicatoren op basis van tekstanalyses van nieuwsmedia, bekend voorbeeld van dat laatste is de Economic Policy Uncertainty index, die een indicatie zou moeten geven van de onzekerheid in de wereld. De Europese Commissie heeft er vrij recent voor gekozen om onzekerheid direct uit te vragen onder consumenten, dat betekent dat we maandelijks een indicatie krijgen hoe het met de onzekerheid onder Nederlandse huishoudens gaat.
Onzekerheid daalt voor de derde maand op rij
Wat blijkt? Onzekerheid onder consument lijkt recent wat af te nemen. Sinds 2021 stelt de Europese commissie (EC) consumenten maandelijks de vraag: hoe moeilijk of makkelijk zij hun eigen financiële situatie vinden te voorspellen. Dat levert een index op. Deze zogenaamde onzekerheidsindex liet in het 2e kwartaal (mei) van dit jaar een tijdelijke piek zien. Sindsdien is de index 3 keer op een rij gedaald. Dat betekent dat er dus sprake lijkt van afnemende onzekerheid onder consumenten. De handelsoorlog, die eerder dit jaar stevig zal hebben bijgedragen aan extra onzekerheid, lijkt na de handelsdeal tussen de VS en de EU in wat rustiger vaarwater gekomen. Mogelijk zien we nu terug dat consumenten de onzekerheid, die de handelsoorlog de afgelopen tijd heeft teweeg gebracht, iets meer achter zich laten. Aan de andere kant zouden de meest recente binnenlandse politieke ontwikkelingen en de twijfel over de juridische geldigheid van sommige handelstarieven de onzekerheid onder consumenten juist weer wat kunnen aanwakkeren.
Inflatieverwachtingen lopen slechts mondjesmaat terug
De inflatieverwachtingen van consumenten lijken eveneens over hun recente piek heen als we kijken naar de meest recente cijfers van de ECB en de vergelijkbare reeks van de EC. De verwachting onder consumenten voor de inflatie gedurende de komende 12 maanden is volgens die laatste in juli op 3% blijven steken. Belangrijke aanjagers van inflatieverwachtingen onder consumenten kunnen zoals gezegd de voedings- en energieprijzen zijn. Kijken we naar onze verwachtingen voor die prijzen dan hebben consumenten maar gedeeltelijk aanleiding om hun inflatieverwachtingen verder te laten dalen. De energie-inflatie zal waarschijnlijk wel gunstig uitpakken, maar de prijsstijgingen van voedingsmiddelen zullen naar verwachting nog relatief hoog blijven gedurende de rest van 2025.
Consument nog wel even in de greep van prijsstijgingen en onzekerheid
Wat betekent dit alles voor de rest van 2025, laat de consument iets van zijn voorzichtigheid varen? Een consument, die zich wat minder onzeker voelt en met minder hoge inflatieverwachtingen, zal mogelijk wat minder negatief worden en eerder geneigd zijn portemonnee te trekken. Tegelijkertijd blijft de inflatie naar verwachting vrij hardnekkig en zien we ook dat de inflatieverwachtingen van de consument nog boven het langjarig gemiddelde blijven steken.
Ook de onzekerheid is nog niet zomaar uit de lucht. Hoewel die is afgenomen, zijn we niet op het niveaus van voor de energiecrisis en de inval in Oekraïne. De onzekerheid onder consumenten ligt wel nog iets hoger dan vorig jaar zomer, toen het vertrouwen onder consumenten een opleving kende.
Ondanks dat de consument meer te besteden heeft dit jaar, heeft hij in de eerste helft zijn bestedingen nog niet extra opgeschroefd. Voor rest van dit jaar verwacht ING Research dat de consument zijn voorzichtigheid geleidelijk wel iets zal laten varen. Dat betekent dat we denken dat de groei van de consumptie van huishoudens de komende kwartalen geleidelijk iets aan kracht wint, maar met ruim 0,3% per kwartaal historisch gezien nog wel aan de magere kant blijft. Voor volgend jaar verwacht ING Research dat de consumptie verder aantrekt. Dan zal de consument naar verwachting ook weer een grotere bijdrage aan de groei van de economie gaan leveren.