Tijdens de Milan Design Week stond één thema centraal: de zoektocht naar duurzame materialen die design én circulariteit combineren. Ontwerpers experimenteerden met paddenstoelenmycelium, zeewier, gerecycled plastic, kurk en zelfs restafval uit de schoenenindustrie. Het doel: meubels en interieurstukken ontwikkelen die een gesloten levenscyclus hebben en na gebruik opnieuw inzetbaar of composteerbaar zijn.
© Pragmatika
Volgens McKinsey & Company kan de markt voor circulair wonen tegen 2030 uitgroeien tot een omzet van 45 miljard euro.
Een opvallend voorbeeld kwam van de Amerikaanse studio Particle, die met de collectie Parts of a Whole sculpturale meubels presenteerde, vervaardigd uit gerecycled textiel en denim. Ook toonden de ontwerpers 3D-geprinte accessoires van oude sneakerzolen. Medeoprichter Amanda Rawlings benadrukt het creatieve potentieel van restmaterialen zoals rubber en textiel.
De Milanese ontwerper Davide Balda werkte samen met Benetton Group aan Telare la Materia, waarin onverkochte kleding wordt omgezet in tegels, gips en nieuwe stoffen. Balda ziet hierin niet alleen esthetiek, maar vooral schaalbare oplossingen om afvalstromen te verminderen.
Ook in Nederland worden stappen gezet: de Rotterdamse studio The New Raw produceerde straatmeubilair met een 3D-printer, volledig gemaakt van lokaal ingezameld plastic.
Plantaardige alternatieven winnen eveneens terrein. Zo ontwikkelde Husarska uit Polen meubels op basis van hennep, terwijl Rockwell Group (VS) de tentoonstelling Casa Cork creëerde, volledig opgebouwd uit hernieuwbare kurk.
De trend werd bevestigd door Enhance, een expositie van DesignWanted, waar meubels van schelpen, omgevallen bomen en afvalglas werden gepresenteerd. Het signaal is duidelijk: ecodesign groeit snel en wordt steeds zichtbaarder in de internationale ontwerpwereld.
Meer informatie:
Pragmatika
www.pragmatika.media.nl