Het faillissement van FloorHouse laat volgens voormalig medewerker Harry Schillemans zien dat het "meer dan een boekhoudkundig eindpunt" is. Hij werkte er zeven jaar en zag het bedrijf "groeien, zoeken, pieken, worstelen".
© Harry Schillemans
Volgens Harry speelde een structureel tekort aan ervaren personeel een grote rol. "Er was veel verloop, waardoor interne kennis moeilijk behouden bleef." Stijgende grondstofprijzen, zoals voor eikenhout, drukten daarnaast op het prijsmodel. De transitie van budgetaanbieder naar servicegericht bedrijf kwam "te vroeg, zonder de nodige tijd en ervaring".
FloorHouse positioneerde zich tussen de professionele parketwereld en de doe-het-zelfmarkt, met een breed netwerk in Vlaanderen. Dat bood logistieke en digitale voordelen, maar ook hoge vaste kosten.
Als opleider zag Harry hoe kennisoverdracht vaak verloren ging: "Het was telkens opnieuw bouwen aan kennis, alleen om het daarna opnieuw te zien verdwijnen." De sterke digitale systemen en voorraadstrategie leverden scherpe prijzen op, maar ook risico's door snelle productintroducties.
Op ecologisch gebied liep FloorHouse vooruit met afvalscheiding en duurzame producthoeken. Toch bleken deze lastig te verkopen door de hogere prijs.
De 'laagste prijsgarantie' werkte tijdelijk, maar maakte marges "zo flinterdun dat het bedrijf extreem gevoelig werd voor elke prijsstijging".
Harry ziet meer toekomst in kleinschalige, lokale ondernemers met "de warmte en kennis van een vakman" en een eerlijke marge, zodat "klant, vakman én ondernemer er beter van worden".
Bron: LinkedIn