In de Tour de France is een goede nachtrust cruciaal voor topprestaties, maar lang niet elke renner slaapt even comfortabel. Tourorganisator ASO bepaalt in welke hotels de teams overnachten. Zo wordt eerlijk verdeeld dat elk team over de hele Tour gemiddeld evenveel sterrenhotels krijgt. Sinds 2015 zijn eigen slaapbussen verboden.
© Magnus Cort | Instagram
Markus Hoelgaard in de gedeelde slaapkamer met Magnus Cort in Lourdes tijdens Tour de France.
Etappewinnaar Jonas Vingegaard (Visma-Lease a Bike) had op de tweede rustdag geluk met een luxe verblijf op een landgoed. Ook Tadej Pogacar (UAE) zat goed in een viersterrenresort. Renners zoals Magnus Cort (Uno-X) recenseren zelfs hun kamers. De Deen deelt via Instagram sterren uit (0 tot 7). Lourdes kreeg 3 sterren: "Te lage douche en een verouderd kamersleutelmechanisme." De kamer nabij Caen kreeg er slechts 2: "Geen wifi, aparte wc en losse douchekop."
© Magnus Cort | Instagram
Magnus waardeert een kamer met goede verduistering, airco, wifi en genoeg ruimte voor zijn koffer: "Dan scoor je al gauw een dikke 6 uit 7." Zeven sterren gaf hij deze Tour nog niet: "Dan moet er echt iets bijzonders zijn."
Slaapwetenschapper Marijke Gordijn benadrukt het belang van diepe slaap: "Juist dan vinden herstelprocessen plaats." Teams zoals Visma-Lease a Bike nemen daarom eigen matrassen mee en verduisteren kamers indien nodig.
Danny van Poppel (Red Bull-Bora-Hansgrohe) ziet verbetering: "We zijn zo verwend. Een slecht hotel wordt gauw goed gemaakt." Toch blijft overlast soms onvermijdelijk: "Een hond die blaft, daar heb je geen grip op."
Bron: NOS