De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op donderdag 10 juli 2025 geoordeeld over een handelsnaaminbreuk tussen een schilder en interieurondernemer. Schilder Hans de Vries verweet de interieurondernemer gebruik te maken van zijn handelsnaam en projectfoto's na beëindiging van hun samenwerking. De vorderingen tot schadevergoeding, staking en dwangsom zijn afgewezen vanwege gebrekkige onderbouwing.
© Wonen360.nl
Hans en de ondernemer startten in 2018 een samenwerking gericht op gezamenlijke verfverkoop en schilderwerken. Deze samenwerking eindigde in 2020. In 2023 sommeerde Hans zijn voormalige partner de indruk te vermijden dat hij nog aan het bedrijf verbonden was. Dit betrof onder meer foto's van afgeronde projecten en vermelding van de handelsnaam op diens website en Google-profiel.
Volgens Hans is zijn handelsnaam sinds 2018 actief in het commerciële verkeer. De foto's die zonder toestemming werden gebruikt, zijn in opdracht van hem gemaakt. "Deze foto's zijn auteursrechtelijk beschermd", aldus Hans.
De rechtbank stelde vast dat onvoldoende duidelijk is of na 28 november 2023 nog sprake was van inbreuk. De printscreens tonen wel "© 2024", maar gedaagde ontkent dat deze online stonden. De herkomst en datering van deze stukken is onduidelijk.
Daarnaast onderbouwde Hans zijn gestelde omzetschade niet met cijfers of bewijs. Tijdens de zitting kon hij zijn stellingen ook niet toelichten. Een bewijsaanbod werd gedaan, maar niet gehonoreerd. De rechtbank beoordeelde de auteursrechtinbreuk niet, omdat daaraan geen juridische gevolgen zijn verbonden.
Bron: Boek9