De Nederlandse economie groeide in het eerste kwartaal van 2025 aanmerkelijk harder dan eerder gedacht, vooral dankzij hogere consumptie en een verbeterde internationale handelsbalans. Toch temperen nieuwe cijfers van het CBS het optimisme: bedrijven bleken hun voorraden veel sterker af te bouwen dan verwacht. Die voorraadcorrectie wijst erop dat een stijgende vraag voorlopig niet automatisch leidt tot (evenveel) meer productie, wat de toch al zwakke economische groei in de rest van het jaar onder druk zet. Dat meldt ING.
© AI
Meer groei door consument
Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldde deze week dat de economische groei in het eerste kwartaal van 2025 een stuk hoger uitkwam dan aanvankelijk ingeschat. Waar eerst sprake leek van een zwakke bbp-groei van 0,1% kwartaal-op-kwartaal, blijkt dat nu een heel normale 0,4% te zijn geweest.
Terwijl het eerst leek dat de consumptie van huishoudens was gekrompen, blijken consumenten nu toch meer gekocht te hebben aan het begin van het jaar. Cijfermatig nog belangrijker was de bijstelling in het handelssaldo: dat scheelde maar liefst 0,7%-punt aan economische groei. Het was de dienstenuitvoer die veel groter bleek dan gedacht en vooral de goedereninvoer bleek lager, waardoor ook bij het handelssaldo het teken dus omsloeg van negatief naar positief.
Hier stond een neerwaartse bijstelling van de voorraden tegenover. Onveranderd is dat bedrijven inteerden op het totaal van hun voorraden gereed product, grondstoffen en halffabricaten. Maar ze deden dat veel sterker dan aanvankelijk gedacht. Dat was misschien wel het belangrijkste inzicht dat de bijstellingen door het CBS ons biedt.
Herinner dat tijdens het rappe coronaherstel veel spullen schaars waren, wat ervoor zorgde dat veel bedrijven overschakelden van just-in-time delivery (met relatief lage voorraden) naar just-in-case management (met grote voorraden die "nee" verkopen aan klanten moesten voorkomen). Toen de energiecrisis toesloeg en de goederenboom in de wereld ging liggen bleken de voorraadniveaus veel te hoog voor de stand van de economie en begon gedurende 2023 een periode van voorraadafbouw.
Handelsoorlog beperkt voorraadafbouw
Hoever de voorraadreductie doorzet, is lastig om precies in te schatten. Kijken we naar de cumulatief opgebouwde voorraden, dan lijken ze historisch gezien nog steeds groot in verhouding tot de omvang van de economie. Maar er zijn ook aanwijzingen dat een deel van de bedrijven niet helemaal terug wil naar de oude lage voorraadniveaus. De handelsoorlog lijkt hier van belang, maar ook discussies over strategische autonomie kunnen het perspectief veranderen. Uit de Conjunctuurenquête Nederland blijkt bijvoorbeeld dat van de (in januari 2025) ondervraagde bedrijven (in de industrie, auto- en detailhandel en dienstensector met minimaal 5 werknemers) ruim één op de vijf de afgelopen jaren de bedrijfsstrategie heeft aangepast of gaat aanpassen als reactie op spanningen, verstoringen of beleidswijzigingen in buitenlandse markten. Van die bedrijven geeft ruim 17% aan te kiezen voor vergroten van voorraden als buffer voor onverwachte verstoringen. Die reactie komt het vaakst voor de vervoer en opslag, ICT en overige dienstverlening, maar komt ook in de industrie en detailhandel naar voren als een voorkomende optie.
Vooral industrie vindt voorraad te groot
Voorraden in de industrie zijn de afgelopen tijd sterk afgebouwd, maar in de drie laatste maanden geven weer meer industriële bedrijven in enquêtes aan dat ze hun voorraden toch nog te groot vinden. Dit speelt vooral in de kledingindustrie, papierindustrie en elektrische apparatenindustrie en in mindere mate in de metaal en leer- en schoenenindustrie. Andere bedrijfstakken laten minder beweging zien en zijn minder pessimistisch: de groothandel en handelsbemiddeling en de detailhandel vinden de voorraden eerder vaak te klein dan te groot, terwijl de autoverkoop momenteel op een historisch gemiddeld oordeel over de voorraden zit.
Voorraadontwikkeling noopt tot gematigde vooruitzichten
Nu de voorraadafbouw recent toch nog groot (en groter dan eerder gedacht) bleek en de industrie weer vaker oordeelt dat de voorraden te groot zijn verwacht ING dat bedrijven de komende tijd doelbewust de voorraden verder willen afbouwen. Dat betekent dat de afzetvraaggroei van het tweede kwartaal en de nabije toekomst waarschijnlijk niet evenredig leidt tot meer productie en economische groei. De verwachtingen voor de groei in de komende kwartalen zijn al zwak, gegeven de handelsoorlog en het zwakke vertrouwen in de economie; verdere voorraadafbouw draagt daar nu verder aan bij.
Meer informatie:
ING
www.ing.nl