Het Gerecht van de Europese Unie heeft op 29 januari 2025 uitspraak gedaan in de zaak tussen Doorinn GmbH en het EUIPO over de weigering van de inschrijving van een positiemerk. De rechtszaak draaide om een rood label dat Doorinn GmbH aan de onderkant van een matras wilde registreren als merk. De aanvraag werd echter afgewezen wegens het ontbreken van onderscheidend vermogen.
Doorinn GmbH diende een aanvraag in bij het EUIPO voor de registratie van een positiemerk, bestaande uit een rood label op de verticaal lopende rand in het onderste derde gedeelte van een matras. Dit betrof zowel standaard matrassen als medische matrassen. Het EUIPO wees de aanvraag af, omdat het label volgens de instantie niet voldoende onderscheidend vermogen heeft. De Kamer van Beroep bevestigde deze beslissing en stelde dat het rode label te veel opgaat in het algemene uiterlijk van de matras en niet significant afwijkt van wat gangbaar is in de sector.
Juridische beoordeling
Het Gerecht van de Europese Unie toetste of de Kamer van Beroep terecht had geoordeeld dat het label geen onderscheidend vermogen bezit. Het stelde vast dat een positiemerk alleen geregistreerd kan worden als het aanzienlijk afwijkt van wat gebruikelijk is binnen de sector. Aangezien het label geen unieke kenmerken heeft en als decoratief element wordt beschouwd, kon het niet als merk worden geregistreerd.
Bij de beoordeling keek het Gerecht naar de perceptie van het relevante publiek, namelijk alle consumenten binnen de Europese Unie. De rode kleur en de positionering van het label werden door de Kamer van Beroep als belangrijkste kenmerken benoemd, maar deze werden niet als onderscheidend beschouwd. Bovendien werd vastgesteld dat labels zoals deze veelvuldig worden gebruikt binnen de industrie en eerder als decoratief dan als herkomstaanduiding worden gezien.
Impact op de sector
Deze uitspraak heeft gevolgen voor fabrikanten en ontwerpers binnen de interieur- en matrassenbranche die overwegen om onderscheidende designkenmerken als merk te registreren. Het bevestigt dat een positiemerk alleen kan worden ingeschreven als het element voldoende afwijkt van de gangbare praktijk. Voor bedrijven betekent dit dat ze bij het ontwikkelen van nieuwe producten rekening moeten houden met de juridische eisen voor merkregistratie.
Doorinn GmbH zag zijn aanvraag volledig afgewezen, zonder mogelijkheid tot vergoeding van proceskosten, omdat er geen zitting had plaatsgevonden. Hiermee onderstreept het Gerecht opnieuw de strikte criteria waaraan een positiemerk moet voldoen binnen de Europese Unie.
Lees het volledige vonnis hier: IEF 22522; ECLI:EU:T:2025:107.