De Nederlandse economie maakte een sterke groei van 0,8% k-o-k door in het derde kwartaal van 2024. Dit kondigde zich al aan door de hoger dan verwachte groei in de andere eurozone landen. De toename in activiteit werd gedreven door sterke binnenlandse vraag. Huishoudens en de overheid consumeerden meer. Ook blijft de investeringsgroei in 2024 robuust. Het puike kwartaal volgt op het eveneens sterke 2e kwartaal (+1,1% k-o-k). In de komende kwartalen verwachten wij ook robuuste groei. Richting het einde van 2025 neemt de groei naar verwachting juist af door de invoering van importheffingen door de Verenigde Staten.
Sterk kwartaal in Europees perspectief
Eind oktober verraste het groeicijfer voor het derde kwartaal voor de eurozone al opwaarts (+0.4% k-o-k). Hierdoor lag een positieve verassing voor Nederland al enigszins in de lijn der verwachtingen. Wij gingen initieel uit van een solide maar beperkte kwartaalgroei van +0,2% k-o-k. De uiteindelijke groei van 0,8% k-o-k toont dus aan dat de Nederlandse economie sterk presteert in 2024. Dit is ook zichtbaar in vergelijking tot de andere eurozone landen. Als we uitzoomen constateren we dat de Nederlandse economie na een periode van stagnatie in 2022 en 2023 een zeer sterk halfjaar achter de rug heeft.
Binnenlandse vraag drijft de groei
Waar huishoudens juist minder consumeerden in het tweede kwartaal, zien we in het derde kwartaal weer sterke groei in de consumptie van huishoudens (+0,8% k-o-k). Net als in andere eurozone landen profiteren Nederlandse huishoudens van lagere inflatie en loongroei wat zorgt voor koopkrachtherstel. Wel liet de toename in consumptie even op zich wachten. Huishoudens hebben de afgelopen kwartalen de voorkeur gegeven aan sparen en het aflossen op schulden. In het derde kwartaal zijn huishoudens wel overgegaan tot consumptieve uitgaven. Uitgaven aan goederen lijken op het eerste gezicht bijgedragen te hebben aan de stijging, waar het in het verleden vaak juist uitgaven aan diensten waren die de voorkeur genoten. Wij zien twee aanvullende redenen voor de sterke groei van consumptieve uitgaven. De huizenmarkt komt meer in beweging. Toegenomen transacties op de huizenmarkt, met name gedreven door starters gaan doorgaans gepaard met veel consumptie van duurzame goederen. Naast de huizenmarkt kan het goede weer ook een rol hebben gespeeld. Het slechte weer pakte in het tweede kwartaal juist slecht uit voor de consumptieve uitgaven. De mooie nazomer die we in de afgelopen maanden gehad hebben kan juist een steun in de rug zijn geweest voor de uitgaven aan diensten. Ook de overheid droeg bij aan de groei middels uitgaven aan zorg en openbaar bestuur. Daardoor nam ook de overheidsconsumptie toe met 0,8% k-o-k.
Het laatste onderdeel van de binnenlandse vraag, de investeringen, presteerden ook solide in het derde kwartaal (+0,7% k-o-k). De woningmarkt is ook hier zichtbaar door een toename van de investeringen in woningen. Ook in machines werd meer geïnvesteerd. De investeringen zijn nu voor het derde kwartaal achter elkaar gestegen. Toch best verassend gezien geopolitieke onzekerheid, matige prestaties van onze oosterburen en rentes die nog op een hoog niveau staan. Wel betreft het hier publieke en private investeringen samen. We verwachten dat de overheid een flinke bijdrage heeft geleverd aan de totale investeringsgroei en de private investeringsgroei wat lager is uitgevallen.
Uitvoer en invoer nemen allebei toe
De invoer en de uitvoer namen in het derde kwartaal allebei toe met respectievelijk 0,6% k-o-k en 0,4% k-o-k. Omdat de invoer sterker steeg dan de uitvoer zien we een negatieve bijdrage van de netto uitvoer aan de totale bbp-ontwikkeling. Zoomen we in op de uitvoer dan zien we dat de trend van de afgelopen kwartalen doorzette. De dienstenuitvoer neemt gestaag toe en is sterker dan de groei van de goederenuitvoer. In totale volumes is de goederenuitvoer echter nog dominant. Bij de invoer zien we ongeveer hetzelfde gebeuren. We voerden flink meer diensten in (+1,6% k-o-k) waar de goedereninvoer constant beleef.
In de komende kwartalen verwachten wij dat de buitenlandse vraag mogelijk wat toeneemt omdat de groei in de eurozone aantrekt, waardoor de Nederlandse groei breder gedragen zal zijn. Gezien de verkiezingswinst van presidentskandidaat Trump en zijn plannen voor het installeren van invoerheffingen, gaan we er in onze ramingen vanuit dat handelstarieven voor de eurozone in de tweede helft van 2025 worden ingevoerd. Mogelijk zien we daarvoor een duw in de rug voor de goederenuitvoer van bedrijven die anticiperen op de invoering van mogelijke importheffingen vanuit de nieuwe Amerikaanse regering, het zogenaamde 'frontloading'. Tegen het einde van 2025 als deze invoerheffingen ingevoerd zijn heeft dat juist een drukkend effect op de buitenlandse vraag.
Arbeidsmarkt weer iets minder krap
Met 1.06 vacatures per werkloze bleef de arbeidsmarkt in het derde kwartaal krap, al nam de spanning op de arbeidsmarkt iets af door de daling van het aantal vacatures en een toename van het aantal werklozen. Ook het aantal gewerkte uren per persoon daalde. Het werkloosheidspercentage steeg marginaal, omdat er minder mensen een baan vonden en meer mensen hun baan verloren. Toch nam het aantal banen toe, vooral in publieke sectoren zoals de zorg en het openbaar bestuur, wat in lijn is met de stijging van de overheidsuitgaven die we zagen in het derde kwartaal. Over het algemeen verwachten we dat de werkloosheid de komende jaren beperkt zal blijven door de sterke vraag naar arbeid en het beperkte arbeidsaanbod, gezien de vergrijzende beroepsbevolking.
Op dit moment zijn we onze voorspellingen aan het herzien. Komende weken zullen we deze naar buiten brengen in de Nederlandse economie in zicht.