Als de Belastingdienst met ingang 1 januari aanstaande weer gaat controleren of iemand als zelfstandige werkt of als werknemer, moet zij dat gericht doen en conform de afspraken daarover in het eerdere SER MLT-advies: 'Aan de basis van de arbeidsmarkt'. Dat zeggen VNO-NCW en MKB-Nederland mede naar aanleiding van de brief van staatssecretaris Idsinga aan de Tweede Kamer. De ondernemersorganisaties steunen de introductie van een rechtsvermoeden van werknemerschap, maar hebben nog altijd grote bezwaren tegen andere onderdelen van het wetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties (VBAR).
Op grond van de nieuwe wet geldt straks voor de rechter als uitgangspunt dat iemand met een uurtarief onder de 33 euro geen zelfstandige is, maar er feitelijk sprake is van een arbeidsovereenkomst. Het is dan aan de opdrachtgever/werkgever om te bewijzen dat er wel degelijk sprake is van zelfstandigheid (omgekeerde bewijslast). De introductie van zo'n rechtsvermoeden van werknemerschap was een van de aanbevelingen van vakbonden, werkgevers en kroonleden in het SER MLT-advies uit 2021. "De meeste problemen met schijnzelfstandigheid doen zich voor met lager betaald werk, aan de basis van de arbeidsmarkt waar de onderhandelingspositie van werkenden soms erg zwak is. Het is dus goed en belangrijk om mensen op die manier beter te beschermen", aldus de ondernemersorganisaties.
Handhaving eenvoudiger
Zij vinden daarom dat de handhavingsactiviteiten door de Belastingdienst vanaf 2025 zich met name ook op die groep moeten richten. "Dat hebben we namelijk óók in het SER MLT met elkaar afgesproken. Het maakt de handhaving eenvoudiger en zo kunnen we de meeste misstanden en schijnconstructies doelgericht aanpakken."
Het zou bovendien veel van de onrust wegnemen die is ontstaan sinds de aankondiging dat het handhavingsmoratorium wordt opgegeven. Veel zzp'ers zijn bang om opdrachten kwijt te raken, opdrachtgevers zijn bang om boetes en naheffingen te krijgen opgelegd. De ondernemersorganisaties vinden het verder belangrijk dat de Belastingdienst en bedrijfstakken nauw samenwerken in de handhaving. De bestaande modelcontracten kunnen helpen om onzekerheid in de markt te beperken.
Geen criteria verduidelijking
VNO-NCW en MKB-Nederland blijven mordicus tegen een aantal criteria in het wetsvoorstel VBAR. Die zouden moeten 'verduidelijken' wanneer iemand een zelfstandige of (verkapt) werknemer is, maar zorgen in de praktijk alleen maar voor meer complexiteit en meer onzekerheid. De ondernemersorganisaties vinden de VBAR acceptabel in de vorm van de introductie van een rechtsvermoeden, maar zonder dit soort criteria voor verduidelijking die niet zijn afgesproken met bonden, werkgevers en kabinet en die niet helpen.