Het herstel van de Nederlandse industrie zet door. Zowel de productie als het aantal nieuwe orders stijgt sterk, zo blijkt uit de Nevi Inkoopmanagersindex, die verbeterde van 51,3 naar 52,5 over mei. Wanneer de index boven de 50 ligt, duidt dat op een toename van de industriƫle activiteit.
De deelindicator voor de productie maakte een flinke sprong, van 52,8 naar 55,1, en duidt daarmee inmiddels op een sterke stijging van de productie. Ook de deelindicator voor de nieuwe orders verbeterde, van 53,7 naar 55,3.
Foto: Dreamstime.
Een negatieve factor binnen de Nevi Inkoopmanagersindex vormen de nog altijd teruglopende levertijden, die duiden op overtollige voorraden. Doordat veel onderdelen en materialen ruim voorradig zijn, zijn de levertijden kort, wat duidt op een zwakke vraag. Het lijkt er echter op dat de afbouw van overtollige voorraden nu echt bijna voltooid is. De deelindicator voor de hoeveelheid ingekocht materiaal kwam precies uit op 50,0, wat erop duidt dat inkoopmanagers per saldo niet minder inkopen dan in de voorgaande maand. Gezien de snelle groei van de productie is het goed mogelijk dat er binnenkort meer materiaal moet worden ingekocht, wat het herstel van bijvoorbeeld de vraag naar halffabricaten verder zou bevorderen.
De cijfers over de industriƫle productie zijn dus over de breedte positief, maar wel moet worden bedacht dat de toename is gebaseerd op een relatief laag niveau, daar de productie in 2023 en ook in het eerste kwartaal van 2024 is gedaald. Het dieptepunt lijkt nu dus achter ons te liggen. In veel andere landen presteert de industrie nog matig en gemiddeld onder het niveau van de Nederlandse.
Bron: ABN Amro