Tijdens de cao-onderhandelingen op 23 november probeerde FNV met werkgevers uit de Interieurbouw en Meubelindustrie tot een afspraak over een loonsverhoging te komen. Dit bleek, ondanks meerdere schorsingen, een onoverbrugbaar verschil op te leveren. Dat meldt de vakbond in een persbericht.
© Valerii Honcharuk | Dreamstime
Een te groot verschil
Werkgevers boden uiteindelijk 5% per 1 januari en € 33,33 per maand vanaf 1 mei. In een poging is door het FNV nog voorgesteld om per 1 januari de maandlonen te verhogen met € 50 en 4% en per 1 april nog een keer 4%. "Wij willen loonsverhogingen over de werkelijk betaalde lonen. En afschaffen jeugdloon vanaf 18 jaar is voor werkgever nog steeds onbespreekbaar", aldus het FNV.
Te kleine stappen
Niet alleen de hoogte van wat werkgevers bieden, maar ook de stappen waarmee ze willen verhogen, zorg er voor dat het herstellen van de koopkracht over een te lange periode wordt uitgesmeerd. Het FNV wil dat het opgelopen koopkrachtverlies snel wordt opgelost.
De huidige cao werd in december 2021 afgesloten. Net voor de enorme inflatie. Werkgevers wilden geen afspraak maken over een tussentijdse extra loonsverhoging, om de snel oplopende prijsstijgingen alvast op te vangen. Nu is het tijd dat het, wat het FVN betreft, in twee flinke stappen gebeurt.
Afstraffen van kortdurend ziekteverzuim
Werkgevers willen regelmatig kortdurend ziekteverzuim af kunnen straffen door na de tweede keer nog maar 70% van je loon te betalen. "Wij vinden dat soort maatregelen ongewenst. Ons uitgangspunt is dat ziek zijn geen keuze is en je niet moet uitgaan van wantrouwen. Als een medewerker zich regelmatig ziek meldt ga je daarover in gesprek of laat je het over aan de arbodienst."
Hoe verder?
Werkgevers gaan kijken of ze nog ruimte kunnen krijgen voor een beter loonbod. Op 12 december staat de volgende onderhandelingsronde gepland. Intussen wil het FNV graag van leden weten wat ze van de tussenstand vinden.
Meer informatie:
FNV
www.fnv.nl