Minder werk voor makelaars, verhuizers, hypotheekadviseurs en overige marktgenoten

Maar liefst 64 procent van de Nederlanders met een baan in de huizenmarkt ziet diezelfde markt niet binnen een jaar herstellen. Dit blijkt uit een onderzoek van Trustoo onder 235 werkenden in de huizenmarkt, zoals makelaars, verhuizers, hypotheekadviseurs en notarissen. Het is mogelijk dat een terugval in aanvragen dit marktvertrouwen heeft geschaad, want ruim 70 procent van de ondervraagden ervaart die bij hun organisatie.



Van de niet-geanonimiseerde respondenten zien vooral vrouwelijke professionals de huizenmarkt dit jaar niet herstellen. Zo heeft 74 procent van hen geen vertrouwen in een opleving van de markt, tegenover 40 procent van de mannelijke professionals. “Zolang het aantal aanvragen blijft afnemen, begrijp ik dat het vertrouwen van deze professionals in de markt niet herstelt”, zegt Lars Freriks, medeoprichter van Trustoo. “Toch is een beetje ademruimte voor deze groepen niet verkeerd. De markt is erg oververhit geweest, waardoor veel professionals een lange tijd op hun tenen hebben gelopen. Deze rustige periode kunnen professionals besteden aan zaken die zijn blijven liggen en zich op die manier voorbereiden op drukkere tijden.”



Organisaties niet toekomstbestendig
Vanwege de huidige staat van de woningmarkt maakt maar liefst een kwart van alle respondenten zich zorgen over de toekomstbestendigheid van hun organisatie en heeft bijna 23 procent stress over hun financiële situatie. Van de niet-anonieme respondenten hebben vrouwen meer zorgen over de redzaamheid van hun organisatie dan mannen (achttien tegenover tien procent) en hebben mannen meer zorgen over de financiële situatie dan vrouwen (twintig tegenover tien procent). Freriks: “Ik schrik ervan dat het kabbelen van de huizenmarkt zoveel invloed heeft op het welzijn van deze groep professionals. Toch maak ik me geen zorgen dat dit een blijvend probleem is. De huizenmarkt kent altijd pieken en dalen, dus ik vertrouw erop dat dit binnen een redelijke termijn weer bijgetrokken is. Tot die tijd moeten de professionals slim en creatief omgaan met de beperkte mogelijkheden in deze markt.”



Tekortschieten
Behalve een slinking in aanvragen en zorgen over hun organisatie, heeft ruim 59 procent van de respondenten moeite om actief aan nieuwe klanten te komen. Hun marketingstrategieën lijken hiervoor een belangrijke verklaring: maar liefst 32 procent van de ondervraagden ziet hun eigen marketingkanalen tekortschieten in het aantrekken van nieuwe business. Freriks: “Bedrijven in zwaar weer bezuinigen vaak als eerste op marketing, terwijl dit enorm belangrijk is om de spreekwoordelijke schoorsteen te laten roken. Vooral lokale aanbieders moeten extra investeren in het benaderen van nieuwe klanten, omdat het voor hen eenmaal lastiger is om onder de aandacht van het grotere publiek te komen. Hiervoor moeten zij mogelijk uit andere vaatjes tappen dan dat ze tot nu toe gedaan hebben.”