Dankzij tegenvallende Duitse en Nederlandse cijfers lijkt het er sterk op dat de eurozone economie deze winter toch in een hele milde recessie verkeerde. Dat meldt ING in een persbericht.
Het zou toch recessie worden in Europa? Een – ietwat honende - vraag die ik deze winter veel kreeg. De consensus onder economen was dat er een milde recessie zou komen die in het vierde kwartaal zou beginnen. De cijfers bleken mee te vallen, zowel voor het vierde als voor het eerste kwartaal bracht het Europees statistiekbureau Eurostat in eerste instantie een positief groeicijfer naar buiten. Waar was die recessie dan?
Cijfers over de economie worden vaak later nog aangepast als er nieuwe informatie binnengekomen is over dat kwartaal en wat wil het geval? De eurozone economie blijkt toch gekrompen in het vierde kwartaal en ook het eerste kwartaal lijkt te optimistisch ingeschat. De Duitse en Nederlandse economie blijken flink gekrompen te zijn in Q1 wat het Europese cijfer hoogstwaarschijnlijk in de min drukt.
Nu dient dit stuk ook weer niet om het gelijk van de auteur te halen. Twee kwartalen krimp worden over het algemeen als recessie gezien, maar dit zal wel als een hele milde recessie in de boeken gaan. Of liever: een technische recessie. De arbeidsmarkt is namelijk zelfs krapper geworden gedurende deze periode van krimp en dus is het moeilijk vol te houden dat de krimp breed door de hele economie heen gevoeld wordt. Wel is het dus duidelijk kwakkelen geblazen en is de economie gestagneerd deze winter, maar dat is al een stuk beter dan de zware recessie die de energiecrisis ook op had kunnen leveren.
Recente ontwikkelingen
In een economie die rond de nullijn schommelt wordt het extra relevant om te kijken naar de meest recente ontwikkeling om te zien of de zwakte aanhoudt. Het begin van het tweede kwartaal stemt tot voorzichtig optimisme: de inkoopmanagersindex (PMI) onder het bedrijfsleven wijzen op groei in april en mei. Die enquêtes hebben de afgelopen tijd echter minder goed dan normaal in de pas gelopen met economische groei. Daardoor blijft het gissen of en hoe sterk de economie nu herstelt van de kleine winterkrimp.
Dienstensector
Een trend springt eruit bij de enquêtes: de dienstensector presteert beduidend beter dan de maakindustrie. De PMI voor de dienstensector in de eurozone stond in mei op 55,9. Dat is ver boven de neutrale stand van 50 en suggereert dus solide groei. Die wordt onder andere gevoed door consumenten die sinds de heropening na lockdowns meer aan diensten besteden. Zo lijkt het toerisme deze zomer weer verder aan te trekken en zitten restaurants nog steeds bomvol.
Maakindustrie
De maakindustrie laat echter een heel ander beeld zien. De index die productie in de maakindustrie meet daalde naar 46,3 in mei, wat stevige krimp suggereert. Nieuwe orders voor de Europese industrie dalen momenteel, en opgelopen orders zijn in hoog tempo weggewerkt waardoor de productie inmiddels flink onder druk staat. Ook hadden bedrijven eind vorig jaar voorraden opgebouwd om de supply chain verstoringen het hoofd te bieden. Nu de vraag achter blijft, moeten bedrijven voorraden weer af gaan bouwen, wat ook betekent dat de productie een tijd op een lager niveau zou kunnen liggen.
Al met al lijkt de Europese economie de komende tijd aan te blijven modderen, maar geven recente cijfers de indruk dat de dienstensector voor wat herstel kan zorgen in het tweede kwartaal. Voor u een definitief oordeel velt over hoe de economie precies gepresteerd heeft, zou ik misschien wel een paar revisierondes van Eurostat afwachten...