Op 13 december jl. zijn vakbonden en werkgevers bijeengekomen om het resultaat van de stemming van de bonden te bespreken. De leden van de vakbonden hebben tegen het resultaat gestemd. Dit tot teleurstelling van de werkgevers, aangezien het bod dat ter stemming is voorgelegd, door de bonden zelf op tafel hebben gelegd. Dat meldt Koninklijke Hibin in een persbericht.
Hibin vervolgt: "Als werkgevers blijven we van mening dat er een evenwichtig resultaat ligt. Zoals FNV al meldde betreft het een gemiddelde loonstijging van ruim 6% (6,2%). Dit ligt boven of in lijn met andere stijgingen van vergelijkbare cao’s die afgesloten zijn of op dit moment worden afgesloten. Zo heeft de ijzerwarenhandel een resultaat van 5% met een looptijd van vijf maanden en Bouw & Infra komt uit op 5% verhoging.
De evenwichtigheid van het recent bereikte onderhandelingsresultaat laat zich als volgt uitleggen. De loonstijging van 6% repareert het gemiddelde koopkrachtverlies van 4% (bron: CPB). Daarmee is het koopkrachtverlies van 2022 niet volledig afgedicht. We zijn op de hoogte dat veel werkgevers vrijwillig iets extra’s hebben gedaan om de werknemers vooruit te helpen in deze uitdagende tijden. Daarnaast zijn er al de eerste positieve signalen zichtbaar dat de inflatie afneemt in plaats van verder toeneemt. Als laatste zijn experts op het gebied van de Nederlandse economie somberder over de economische vooruitzichten van 2023. De recente Hibin Conjunctuurmeting najaar 2022 laat zien dat dit ook geldt voor de bouwmaterialengroothandel", aldus Hibin.
Werkgevers hebben daarom het eerder bereikte onderhandelingsresultaat als eindbod neergelegd. Op dit moment wort er afgewacht op de reactie van de bonden. Anders dan voorgaande jaren hebben werkgevers en bonden nu extra vaart gezet achter de onderhandelingen om voor het eind van het jaar een akkoord te bereiken. Als gevolg van het afwijzen van het onderhandelingsresultaat door de achterban van de bonden, is het niet de verwachting dat ze hierin gaan slagen.
Bron: Koninklijke Hibin