Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Rectificatie Norma

Wonen360 B.V. heeft afgelopen vrijdag het artikel ‘Luxury Bedding Company daagt Brabantse bedden- en matrassenproducent voor de rechter’ gepubliceerd. Dit is gebeurd zonder hoor en wederhoor. Teneinde deze publicatie recht te zetten, publiceren wij hierbij het antwoord van (de advocaat van) G&G Sales International B.V.:

L.S.,

Op de vrije markt vindt er eerlijke mededinging plaats op grond van kwaliteit van producten en diensten, alsmede de prijs/kwaliteitverhouding. Helaas zijn er altijd partijen die op die vrije markt andere wegen bewandelen, wanneer zij het niet redden met eerlijke mededinging, zoals het intimideren van branchegenoten.

LBC heeft recentelijk in een juridische procedure getracht aan te tonen, dat er sprake zou zijn van een auteursrechtinbreuk, maar zij is daar niet in geslaagd. In het vonnis van 16 september 2022 heeft de voorzieningenrechter het volgende overwogen:

‘4.12.      LBC c.s. hebben in het bestek van dit kort geding onvoldoende feiten gesteld waaruit kan worden opgemaakt wat de inbreng van [LBC] is geweest bij het ontwikkelen van de boxsprings uit de Serta-collectie waarvoor auteursrechtelijke bescherming zou gelden. …’

De rechter stelt dat voor het bestaan van auteursrecht een eigen oorspronkelijk karakter van het werk (de boxspring en/of toebehoren) is vereist, die het stempel van de maker draagt. Daarvan is bij de Serta-collectie geen sprake.

Daarnaast werd door LBC aangevoerd dat er sprake zou zijn van slaafse nabootsing. De voorzieningenrechter heeft als voorlopig oordeel gegeven dat niet uit te sluiten valt, dat er sprake is van nabootsing die nodeloos verwarring kan veroorzaken, maar dat dit nader dient te worden onderzocht (rechtsoverweging 4.17 van het vonnis).

De rechter heeft enkel het door LBC gewenste bewijsmateriaal vrijgegeven. Een oordeel met betrekking tot bewijsmateriaal is slechts gebaseerd op een marginale toets.

Norma ziet in het vonnis geen enkele aanleiding haar Norma Hotel Chique te wijzigen en biedt die met trots en genoegen aan.’

Publicatiedatum: