Fedustria, beroepsvereniging voor bedrijven uit de textiel-, hout- en meubelindustrie, heeft onderzoek gedaan naar de Belgische meubelindustrie. Uit onderzoek blijkt dat er een omzet behaald is van 1.179 miljoen euro, dat 25,6% meer is in vergelijking met het eerste semester van 2020 en 12,1% ten opzichte van het eerste semester in 2019. Ook de investeringen, die neer komen op 38,8 miljoen euro, zijn flink gestegen (24,5%).
De Feliz Collectie van Mintjens. Foto ter illustratie.
De Belgische meubelsector voelde de impact van de coronapandemie met volle kracht in het eerste en tweede kwartaal van 2020. De sluiting van meubel- en slaapspeciaalzaken en de lockdown in binnen- en buitenland zorgden in eerste instantie voor een forse omzetdaling.
De reis- en andere beperkingen leidden echter na de eerste lockdown door een echte renovatiegolf tot een sterkere heropleving van de vraag dan oorspronkelijk verwacht en naar het einde van 2020 toe kon de omzet het niveau van 2019 bijna evenaren. Ook in de eerste helft van 2021 bleef de vraag op een hoog niveau, al voelden fabrikanten dan wel al de keerzijde van de medaille: een forse stijging van grondstof- en materiaalprijzen door een onevenwicht in vraag en aanbod en transportperikelen.
Sinds de zomer 2021, waarin weer gereisd kon worden, stelt Fedustria een (lichte) afkalving van de vraag naar meubelen en interieurinrichting vast. Het is dan ook niet duidelijk hoe de markt zich de komende weken en maanden zal ontwikkelen. De Meubelbeurs Brussel zal daarover waarschijnlijk duidelijkheid brengen.
Omzet
De omzet van de Belgische meubelindustrie bedroeg 1.179,9 miljoen euro in het eerste semester van 2021, een stijging met 25,6 % in vergelijking met het eerste semester van 2020. Toen was de omzet in de sector in vergelijking met het voorgaande jaar wel sterk teruggevallen door de coronapandemie. In vergelijking met de eerste helft van 2019 steeg de omzet met 12,1%. De sterk gestegen grondstof- en materiaalprijzen hebben hierbij zeker ook een rol gespeeld, maar algemeen duidt dit toch wel op een goede vraag vanwege de consument in die periode.
De negatieve gevolgen van de coronapandemie konden in 2020 vrij goed worden beperkt. De totale omzet daalde lichtjes met 1,2%. Niet onverwacht deelden kantoor- en winkelmeubelen het sterkst in de klappen (-6,7% op jaarbasis). Woonmeubilair (-1,9%) kon de schade enigszins beperken, terwijl matrassen en bedbodems en keukenmeubelen positieve cijfers lieten optekenen.
In de eerste zes maanden van 2021 werd verdergegaan op het positieve elan dat in 2020 voor een forse heropleving na de eerste lockdownperiode had gezorgd. Woonmeubilair liet een omzetstijging van 29,5% optekenen (+14,5% t.o.v. 2019), een aanwijzing voor de goede vraag vanwege de consument, zowel in binnen- als buitenland. Matrassen en bodems deden het met 33,3% nog een stuk beter (+12,4% t.o.v. 2019), al stegen daar de afzetprijzen wel beduidend sterker dan in de andere deelsectoren. Hoge grondstofprijzen voor schuimen zijn daar zeker niet vreemd aan. Keukenmeubelen doen verder op hun elan van de voorbije jaren en zagen de omzet zowel t.o.v. 2020 als 2019 met 21 à 22% toenemen. Kantoor- en winkelmeubelen ten slotte stegen weliswaar met 16% t.o.v. de eerste 6 maanden 2020, t.o.v. 2019 blijven ze negatieve cijfers optekenen.
De hele sector heeft overigens te maken met sterk gestegen prijzen voor zowel grondstoffen, materialen, onderdelen en transport, al dan niet gelinkt aan corona en de mismatch die is ontstaan tussen vraag en aanbod.
Investeringen en bezettingsgraad productiecapaciteit
Tijdens het eerste semester van 2021 investeerde de Belgische meubelindustrie 38,8 miljoen euro, een stijging met 24,5% in vergelijking met dezelfde periode in 2020. Over het hele jaar 2020 werd overigens een daling van de investeringswaarde met 14,9% genoteerd (totaal 73,4 miljoen euro).
De investeringen stegen fors in de deelsector kantoor- en winkelmeubelen en bij het woonmeubilair. Ook matrassen en bodems kenden een behoorlijke toename van de investeringen. Enkel bij de keukenmeubelen werd voor het tweede jaar op rij minder geïnvesteerd.
De bezettingsgraad van de productiecapaciteit in de Belgische meubelindustrie blijft hoog. In 2020 bedroeg deze gemiddeld 83,8%; in de eerste helft van 2021 schommelt de bezettingsgraad rond 87%.
Tewerkstelling
De tewerkstelling in de Belgische meubelindustrie bedroeg 9.906 personen in 2020 verdeeld over 725 bedrijven.
De tewerkstelling daalde iets sterker dan de voorbije jaren, terug te voeren tot de sluiting van een van de belangrijkste productiebedrijven. Toch houdt de totale tewerkstelling nog goed stand in vergelijking met andere sectoren in de economie.
Consumentenvertrouwen
Na gedurende een hele tijd onder het Europees gemiddelde te hebben gelegen klom het consumentenvertrouwen in België sinds 2020 terug naar boven en werd het ronduit positief vanaf juni 2021, althans voor enkele maanden. Het opheffen van de coronabeperkingen is daar allicht niet vreemd aan.
De sector heeft ingespeeld op het herstel van het consumenvertrouwen door de consument te wijzen op het belang van zijn eigen woon- en thuiswerkomgeving via de campagne 'ferm gerief'. Deze campagne bood een platform voor Belgische aanbieders van meubelen en interieuroplossingen.
Vooruitzichten
Volgens de vooruitzichten van het Federaal Planbureau (perscommuniqué van 9 september 2021) zou de Belgische economie in 2021 een herstel laten optekenen van 5,7%, na een krimp met 6,3% in 2020. Voor 2022 wordt een groei van 3% verwacht, ondersteund door de uitvoer en vooral de particuliere consumptie. In de eurozone, de belangrijkste exportzone voor de hout- en meubelindustrie, zou de economische groei in 2021 4,8% bedragen, na een daling van 6,5% in 2020. In 2022 zou de economie van de eurozone naar verwachting met 4,4% groeien. Of het economisch herstel zich daadwerkelijk verderzet en in welke mate, hangt o.m. af van het verder inperken van de verspreiding van het coronavirus, maar ook van de mate waarin de gezinnen hun tijdens de coronacrisis opgebouwde spaarvolumes aanwenden en de bedrijven in staat zijn knelpunten, zoals verstoorde toeleveringen, op te vangen.
Door de aantrekkende internationale handel zou de Belgische uitvoer in 2021 en 2022 een volumegroei boeken van resp. 7% en 5,7%. Samen met een dynamische binnenlandse vraag leidt dat tot toenemende invoerbehoeften. De volumegroei van de invoer zou in beide jaren uitkomen op 6,5%.
De inflatie lag de voorbije maanden een stuk hoger dan voorzien, vooral als gevolg van de onverwacht hoge prijzen voor aardgas en elektriciteit. Tijdens de volgende maanden zal de inflatie naar verwachting verder toenemen. In de loop van 2022 wordt een geleidelijke daling van de energieprijzen verwacht, wat zal leiden tot een afkoeling van de inflatie.
Hoge prijzen voor basisproducten, grondstoffen en materialen gekoppeld met lange leveringstijden en een gebrek aan transportmogelijkheden blijven sterk wegen op de rentabiliteit en competitiviteit van de meubelbedrijven, die de prijsstijgingen niet steeds kunnen doorrekenen aan de consument, die dan ook nog vaak langer moet wachten op de levering van de bestelde goederen.
Er moet dan ook rekening gehouden worden met een mogelijke afzwakking van het herstel binnen de Belgische meubelsector of van de Belgische meubelmarkt in de tweede helft van 2021 en begin 2022. Toch blijven de bedrijven positief en investeren ze verder in innovatie en productontwikkeling, en in samenwerking met hun federatie Fedustria als partner van Flanders Investment and Trade in de ontsluiting van nieuwe markten.
Meer informatie:
Fedustria
Hof ter Vleestdreef 5/1
1070 Brussel
+32 (0)2 528 58 11
[email protected]
www.fedustria.be
Beroepsvereniging Fedustria: