De Europese meubelindustrie maakt zich zorgen over een tekort aan grondstoffen, producten en halffabricaten, die resulteren in vertragingen in de levering van meubels. De industrie werkt aan oplossingen om de huidige bottlenecks te verminderen. "Desalniettemin is de huidige crisis ongekend en is er sprake van overmacht. De industrie doet dan ook een dringend beroep op meubelpartners voor begrip, flexibiliteit en solidariteit in deze moeilijke tijden." Dat schrijft EFIC (European Furniture Industries Confederation) in een brief aan betrokkenen. De bond vertegenwoordigt meer dan 70% van de totale omzet van de Europese meubelindustrieën, een sector met 1 miljoen mensen in ongeveer 120.000 bedrijven verspreid over de EU en goed voor een omzet van 96 miljard euro. 
De Europese meubelindustrie levert een grote bijdrage aan de economie van de EU en genereert een jaaromzet van 96 miljard euro en biedt werk aan ongeveer 1 miljoen werknemers in 120.000 ondernemingen in de hele EU. Meubilair is een complex product en bij de productie worden diverse materialen gebruikt, zoals hout, textiel, staal, glas, composiet schuim of kunststof. De soepele werking van de industrie is afhankelijk van voorspelbaar en constant leveringen van deze materialen. In de huidige situatie zijn het tekort aan grondstoffen, de beperkte lading- en vrachtcapaciteit en de schaarste aan arbeidskrachten als gevolg van maatregelen die zijn genomen om infectiepercentages te bestrijden, allemaal als gevolg van COVID-19, de productiecapaciteit van de meubelsector ernstig belemmeren. Bovendien veroorzaken de voortdurende lockdowns in verschillende EU-landen vaak onderbrekingen in productieprocessen en in sommige gevallen kunnen bedrijven ook op volle capaciteit werken. Bovendien blijven meubelwinkels in veel landen gesloten, wat bijdraagt aan de moeilijkheden van de branche.
Vooral vertragingen in de materiaallevering zijn storend, omdat ze meubelbedrijven onder hoge druk zetten om bestellingen op tijd af te leveren. Meubelbedrijven zijn vastbesloten om bestellingen volgens de planning te leveren plannen en compromissen te vinden, zoals het aannemen van extra personeel en het herschikken van de productieproces. De industrie heeft echter geen instrument om de gevolgen van grote verstoringen als gevolg van de impact van COVID-19.
Meubelfabrikanten rekenen op een tijdige ontvangst van grondstoffen om meubelproducten op tijd te kunnen leveren. De Europese meubelindustrie erkent dat vertragingen bij levering worden gereguleerd door algemene voorwaarden en clausules die in contracten staan. Zoals vaak het geval is, wordt een gemeenschappelijk begrip en steun gevraagd voor vertragingen die optreden in geval van overmacht. Meubelbedrijven slagen er in veel gevallen in om compromissen te sluiten met hun partners, waarbij de oorspronkelijke levertijden opnieuw worden gepland. Sommige meubelbedrijven vinden echter geen begrip tussen hun partners en worden geconfronteerd met mogelijke sancties als gevolg van vertragingen in geplande bestellingen. Daarom roept de meubelindustrie partners op voor flexibiliteit en solidariteit in deze ongekende tijden.
Bron: EFIC
