Het leegstaande vloeroppervlak van vastgoed dat geen woning is, was op 1 januari 2019 4 procent van het totaal. De oppervlakteleegstand was het grootst onder kantoren en winkels. Bijna twee derde van het leegstaande vloeroppervlak dat geen woonbestemming heeft, was een jaar eerder ook niet in gebruik. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS, bekostigd door het Interprovinciaal Overleg en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
In het centrum van Mijdrecht is deze winkelruimte te huur.
In 2019 was de leegstand als aandeel van het totale vloeroppervlak het hoogst bij kantoren en winkels. Van kantoren stond ruim 3,3 miljoen vierkante meter administratief leeg; 6 procent van de totale kantoorvloeroppervlakte in Nederland. Dit komt neer op ongeveer vijfhonderd voetbalvelden. Bij winkels was 2,6 miljoen vierkante meter niet in gebruik: ook 6 procent. Deze relatieve leegstand is sinds 2015 niet zo laag geweest. Van maatschappelijk vastgoed, zoals scholen en ziekenhuizen, stond ruim 2 procent leeg, iets meer dan in 2015.
De leegstand bij ander vastgoed dan woningen was het hoogst in Limburg en Utrecht. In totaal had daar 5 procent van het oppervlak geen gebruiker op 1 januari 2019. In Zeeland was het aandeel leegstaande vierkante meters het laagst: 2 procent. In Limburg en Utrecht stond ook het meeste kantooroppervlak leeg, namelijk 8 procent. Ook bij winkelleegstand stond Limburg bovenaan met 9 procent.